de inertie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ɪnɛr(t)'si ] Afbreekpatroon: in·er·tie 1) verschijnsel dat een bepaalde stof niet of nauwelijks reageert met vrijwel alle andere chemische stoffen scheikunde Voorbeeld: 'de inertie van edelgassen en edelmetalen' 2) verschijnsel dat er een kracht nodig is om een vo...
1) Abolie 2) Abouli 3) Apatie 4) Bezittend 5) Daadloosheid 6) Decadentie 7) Flegma 8) Indolentie 9) Inert 10) Laksheid 11) Lamlendigheid 12) Langzaamheid 13) Lethargie 14) Logheid 15) Loomheid 16) Loomte 17) Luiheid 18) Slapte 19) Sloomheid 20) Traagheid 21) Willoosheid 1) Bezittend 2) Daadloosheid 3) Indolentie 4) Lamlendigheid 5) Langzaamheid 6) Lethargie 7) Logheid 8) Luiheid 9) Natuurlijke ongevoeligheid 10) Niet reagerend 11) Slapte 12) Sloomheid 13) Traagheid 14) Volhardingsvermogen 15) Willoosheid 
traagheid (toon de herkomst via de etymologiebank)
futloosheid (hoofdbetekenis: niet reageren van stoffen e.d.)
• [scheikunde] traagheid.
traagheid
traagheid of slapte bijvoorbeeld van spieren of van de geest
Materie die in rust blijft of in dezelfde rechte lijn met dezelfde beweging blijft bewegen totdat er een kracht van buitenaf op wordt uitgeoefend.
Engels:Inertia traagheid
traagheid
Traagheid in verhuizingen van bedrijven, omdat er veel geld in de grond en gebouwen is geïnvesteerd.