I inlezen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnlezə(n) ] Afbreekpatroon: in·le·zen Vervoegingen: las in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingelezen (volt.deelw.) in een computer invoeren Voorbeelden: 'data inlezen' , 'cijfers inlezen in een tekstbestand' II zich inlezen reflexief werkw. Uitspraak: [ 'ɪnlezə(n) ] Afbreekpatroon: in·le·zen Ve... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inlezen