inpakken werkw. Uitspraak: [ ˈɪmpɑkə(n) ] Afbreekpatroon: in·pak·ken Vervoegingen: pakte in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingepakt (volt.deelw.) 1) (iets) in een verpakking doen Voorbeelden: 'mooi papier nemen om een cadeautje in te pakken' , 'boeken in een verhuisdoos inpakken' Synoniem: verpakken je warm inpakken (... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inpakken
alles wat je mee wilt nemen, erin doen vb: ze zijn hun koffer aan het inpakken Synoniemen: pakken verpakken Tegenstelling: uitpakken dikke kleren aandoen vb: je moet je goed inpakken: het is koud buiten! ervoor zorgen dat iemand je aardig vindt vb: laat je toch niet zo inpakken door dat meisje! Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=inpakken
Nadat een artikel is afgerekend, moet het vaak nog worden ingepakt. Dit is ook een taak van de verkoopmedewerker.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10679