institutioneel bijv.naamw. Uitspraak: [ ɪnstity(t)ʃo'nel ] Afbreekpatroon: in·sti·tu·ti·o·neel 1) als iets te maken heeft met een of meer organisaties Voorbeeld: 'Het institutionele vertrouwen van de bevolking is de mate waarin mensen vertrouwen hebben in verschillende politieke en maatschappelijke instituties.' institutionel... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/institutioneel