interfereren werkw. Uitspraak: [ ɪntərfə'rerə(n) ] Afbreekpatroon: in·ter·fe·re·ren Vervoegingen: interfereerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïnterfereerd (volt.deelw.) 1) actief handelen om een probleem tussen partijen op te lossen Voorbeeld: 'interfereren in een conflict tussen twee landen' Synoniemen: : ingri... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/interfereren