de involutie zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: in·vo·lu·tie Verbuigingen: involuties (meerv.) Verbuigingen: involutietje (verkleinwoord) 1) natuurlijke veroudering 2) het terugkeren van een orgaan na een fysiologisch proces in de grondtoestand 3) afbeelding die zijn eigen inverse is 4) ...
1) Natuurlijke veroudering 2) Teruggaande ontwikkeling 3) Teruggang 
teruggaande ontwikkeling (toon de herkomst via de etymologiebank)
Inwikkeling, in tegenstelling tot evolutie of ontwikkeling. In theosofische zin de geleidelijke omhulling van het goddelijk bewustzijn door sluiers van begoocheling en stof.
• [medisch] natuurlijke veroudering.
(1) het teruggaan in de ontwikkeling (omgekeerde evolutie)(2) het ouder worden(3) een ledemaat (arm of been) in zijn geheel inzwachtelen met een verband
natuurlijke veroudering
Proces waarbij de groeiende bevolking steeds meer arbeid moet verrichten om iedereen te voeden of van een bestaan te kunnen voorzien. De daardoor onstane armoede werd zo gelijk mogelijk onder de bevolking verdeeld.