de juffrouw zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈjʏfrɑu ] Afbreekpatroon: juf·frouw Verbuigingen: juffrouwen (meerv.) lerares op de basisschool Synoniemen: : onderwijzeres, juf Synoniemen: dame juf mejuffrouw onderwijzeres onderwijzeres;juf ongehuwde vrouw schooljuffrouw Spreekwoorden en zegswijzen • een tien met een griffel en een zoe... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/juffrouw
1) vrouw die niet getrouwd is en die ook nooit getrouwd is geweest 2) onderwijzeres 3) gewoonlijk jonge vrouw die werkzaam is in een ondergeschikt, meestal dienstverlenend beroep 4) vrouw die voor haar beroep toezicht op iets houdt en vaak ook les geeft, zoals een badjuffrouw of een kinderjuffrouw Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/juffrouw