de kamerjas zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈkamərjɑs ] Afbreekpatroon: ka·mer·jas Verbuigingen: kamerjassen (meerv.) jas voor in huis Voorbeeld: 'als je nog niet aangekleed bent een kamerjas aandoen' Synoniem: ochtendjas Synoniemen: ochtendjas 
1) Duster 2) Jas 3) Sjamberloek 4) Kledingstuk 5) Negligé 6) Thuiskleding 7) Peignoir 8) Ochtendjas 9) Huisgewaad 10) Herenkleding 11) Kimono 12) Lang huisgewaad 
binnenshuis gedragen jas (toon de herkomst via de etymologiebank)
lange jas van zachte stof, die je in huis draagt vb: hij zat gekleed in kamerjas bij de open haard
lange huisjas
Een kamerjas , of tegenwoordig een badjas , peignoir , duster of ochtendjas is een makkelijk zittende jas gemaakt van badstof , katoen of fleece om zich snel te kleden, bijvoorbeeld voor en na het nemen van een bad, of voor en na het in bed liggen en als men tussendoor eruit gaat. [basiswoordenlijst groep 3]