de kapelaan zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ka·pe·laan Verbuigingen: kapelaans (meerv.) Verbuigingen: kapelaantje (verkleinwoord) 1) een priester van de katholieke kerk, werkzaam in een parochie Voorbeeld: 'De laatste tijd zijn de kapelaans erg in opspraak ' 2) geestelijke, verbonden aan een kapel . Synoniemen: ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kapelaan
Een kapelaan is een rooms-katholieke parochiepriester die aan een pastoor is toegevoegd. De officiële, kerkrechtelijke naam voor deze functie is ‘parochievicaris’. Gevonden op https://kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/k/kapelaan
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Rooms Katholiek), door Kapelanen verstaat men geestelijken, welke of wel voor enkele personen of een bepaalde klas van personen de geestelijke bediening uitoefenen, of wel in de algemeene kerkelijke ambten als helpers bij de godsdienstoefeningen of in de zielzorg werkzaa... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0015.php
(1) priester werkzaam onder pastoor; (2) priester verantwoordelijk voor de kapel aan het hof of bij een inrichting. Zie: parochie. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10694