kennen werkw. Uitspraak: [ ˈkɛnə(n) ] Afbreekpatroon: ken·nen Vervoegingen: kende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekend (volt.deelw.) 1) kennis (1) hebben van iets of iemand Voorbeeld: 'Ik heb wel over hem gehoord, maar ik ken hem niet.' Synoniemen: : bekend zijn met, vertrouwd zijn met leren kennen (kennismaken met) 'Z... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kennen
1) Achten 2) Bedreven zijn 3) Begrip hebben 4) Beheersen 5) Bekend zijn 6) Bekend zijn met 7) Bekend zijn met iets 8) Beseffen 9) Bezitten 10) De waarde beseffen 11) Doen weten 12) Ermee vertrouwd zijn 13) Gewoon maken 14) Identifceren 15) Iets doorgronden 16) Iets geleerd 17) Iets onderscheiden 18) Laten blijken wat het is Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kennen/1
• [ov] bekend, vertrouwd zijn met. • [ov] door studie of oefening geleerd hebben. •"het wel moeten ~": vaak ergens door getroffen worden Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/kennen