de kerel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈkerəl ] Afbreekpatroon: ke·rel Verbuigingen: kerels (meerv.) man, met de gedachte aan groot en sterk Voorbeeld: 'Hij is een echte kerel.' Synoniem: vent Synoniemen: beschermer bink gast goser gozer knaap knul man manspersoon patroon vent Spreekwoorden en zegswijzen • een ...
1) Baas 2) Beschermer 3) Bink 4) Bliksem 5) Boer (historisch) 6) Bonk 7) Broger (volkstaal) 8) Coco 9) Dorpeling (historisch) 10) Een flinke man 11) Flink iemand 12) Flink mens 13) Flinke man 14) Forse man 15) Gabber 16) Gabber (volkstaal) 17) Gast 18) Gecastreerde kat 19) Gozer 20) Grote forse man 1) Baas 2) Beschermer 3) Bink 4) Broger 5) Coco 6) Figuur 7) Gabber 8) Gaillard 9) Gast 10) Golem 11) Gozer 12) Individu 13) Kadee 14) Kadet 15) Kanjer 16) Klant 17) Knaap 18) Knakker 19) Knul 20) Kwant 21) Linker 22) Man 23) Mannetjesputter 24) Manspersoon 25) Mens 26) Patroon 27) Pee 28) Peer 29) Personage 
man, vent (toon de herkomst via de etymologiebank)
stoere man vb: dag kerel, hoe gaat het? Synoniem: vent
man
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Dure -) (Militair), remplaçant, omdat deze veel geld kost.
man
[Soldatentaal, 1914] een dure kerel: een remplaçant, omdat deze veel geld kost.