
klein, verschrompeld, dwergachtig, mismaakt - Voorbeeld: ‘
Ze liepen vernepen, kerneutelig opgekrompen van de koude en haastig vernibbeld om in de kerk te zijn’ - Voorbeeld: ‘
Ei, ik zie u, en gij, ge ziet mij niet! riep Alientje schalks, en ze riep het te luider, tussen de handen omdat de kleine, kerneutelige koster dan verrast opke...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.