de kiem zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ kim ] Verbuigingen: kiemen (meerv.) begin van iets dat zich ontwikkelt Voorbeelden: 'tarwekiem' , 'De kiem van een diepe crisis is aanwezig.' Synoniem: oorsprong in de kiem smoren (onmiddellijk bij het begin stoppen) 'Artsen proberen de vetzucht in de kiem te smoren.' in de kiem aanwezig zijn (er z...
1) Aanleg 2) Aanvang 3) Afkomst 4) Allereerst beginsel 5) Begin 6) Begin van iets dat leeft of groeit 7) Begin van organisch wezen 8) Beginsel 9) Beginsel van een nieuw organisme 10) Beginsel van nieuw organisme 11) Bestanddeel van een cel 12) Cel 13) Eerste begin 14) Eerste begin van bloemen 15) Eerste beginsel 1) Aanleg 2) Afkomst 3) Bacil 4) Bacterie 5) Begin 6) Beginsel 7) Bron 8) Ei 9) Eicel 10) Embryo 11) Foetus 12) Gameet 13) Germe 14) Grondbeginsel 15) Grondslag 16) Keen 17) Keest 18) Kern 19) Knol 20) Microbe 21) Ontstaan 22) Oorsprong 23) Oorzaak 24) Ovum 25) Pit 26) Spruit 27) Uitloper 28) Vruchtbeginsel 
Een kiem is een soort van miniatuur plantje (embryo), dat in een zaadje zit en is het startpunt voor een nieuwe plant. In de zaadlobben zit energie in de vorm van zetmeel, eiwitten en vetten, waar het jonge plantje zich de eerste tijd mee kan redden. In de kiem zitten allerlei stofjes, die bij de juiste condities actief worden, zoals temperatuur en...
plantbeginsel in rijp zaad (toon de herkomst via de etymologiebank)
Aanleg voor een nieuwe plant, ingesloten in het rijpe zaad.
zie : embryo
[I] (Zuid-Nederlands) kieskeurig met eten en drinken [II] beginsel, uitloper
beginsel, uitloper
micro-organisme (bijvoorbeeld een bacterie of virus)
1. Jong plantje binnen een zaad