de kiespijn zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'kispɛin ] Afbreekpatroon: kies·pijn pijn in je kaak Voorbeeld: 'vergaan van de kiespijn' iemand kunnen missen als kiespijn (liever hebben dat iemand er niet is dan wel) Synoniemen: pijn tandpijn Spreekwoorden en zegswijzen • lachen als een boer met kiespijn (=la... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kiespijn
Kiespijn is meestal het gevolg van cariës (gaatjes). Ook een teruggeweken tandvlees (blootliggende tandhalzen) kan pijn veroorzaken. Daarnaast kan kiespijn het gevolg zijn van tandenknarsen. Cariës zorgt voor kiespijn doordat het glazuur van het gebit is aangetast. Ontstekingsmechanismen dringen dan gemakkelijker de tand of kies binnen. Deze gaat... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10721
Spreekwoorden: (1914) Lachen als een boer, die kiespijn heeft, d.w.z. gedwongen lachen, hetzelfde als hy lacht als of hy tandt-pijn hadde (Sart. III, 5, 79); in Byenc. bl. 108: Ende si lachen als of sy den tantsweer hadden1). Vgl. Tuinman I, 306: hy lacht als een boer, die de tandpyn heeft of als een paard dat bijten wil ... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778