kinderlijk bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈkɪndərlək ] Afbreekpatroon: kin·der·lijk zoals een kind is of doet Voorbeeld: 'Ze is al veertien jaar, maar toch nog een beetje kinderlijk.' Synoniemen: infantiel kinderachtig klein onvolwassen pueriel Intensiveringen Hoe kun je met kinderlijk een ander begrip versterken? kinderlijk eenvoud...
1) Argeloos 2) Betrekking hebbend 3) Eenvoudig 4) Eerlijk 5) Filiaal 6) Infantiel 7) Jongensachtig 8) Kinderachtig 9) Kinds 10) Klein 11) Naïef 12) Niet volwassen 13) Onbedorven 14) Onbevangen 15) Ongekunsteld 16) Onschuldig 17) Onvolwassen 18) Pueriel 1) Argeloos 2) Eenvoudig 3) Filiaal 4) Infantiel 5) Kinderachtig 6) Kinds 7) Lichtgelovig 8) Menselijk 9) Natuurlijk 10) Naïef 11) Onbedorven 12) Onbevangen 13) Ongekunsteld 14) Onnozel 15) Onschuldig 16) Onvolwassen 17) Oprecht 18) Pueriel 
argeloos zoals een kind vb: dat kinderlijke gedrag van haar moet maar eens stoppen
zoals een kind