Spreekwoorden: (1914) Van kindsbeen af (of aan) d.w.z. van de jeugd af, lat. ab infantiis2); van de vroegste kindsheid af, van jongs af (18<sup>de<-sup> eeuw), van kleins(t) af (Zuid-Nederland). Zie Servilius, 2*: Van kints beenen aff, a teneris unguiculis; Sartorius I, 8, 20: Van kindts been, pro eo quod est ... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778