kink zelfst.naamw. (de) Verbuigingen: kinken (meerv.) Verbuigingen: kinkje (verkleinwoord) 1) kronkel in een kabel, touw of snoer 2) deuk . Synoniemen: draai hork knoop kronkel lomperd lumm lus proleet pumm vleg Spreekwoorden en zegswijzen • een kink in de kabel komen (=iets tussen komen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kink