klankkast zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: klank·kast Verbuigingen: klankkasten (meerv.) Verbuigingen: klankkastje (verkleinwoord) 1) lichaam van een viool, gitaar e.d 2) doos waarop een stemvork wordt geplaatst om de toon ervan krachtiger te maken . 2 definities...
1) Deel van een citer 2) Deel van een gitaar 3) Deel van een muziekinstrument 4) Deel van een viool 5) Lichaam van een viool 6) Deel van een piano 1) Resonator 
Kast die het geluid van bv een snaar krijgt, en die vervolgens de toon versterkt, krachtiger en voller maakt. In de klankkast zitten één of meerdere klankgaten om de trillende lucht uit de klankkast te laten ontsnappen
Resonatoren van tokkel- en strijkinstrumenten