de kletskop zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: klets·kop Verbuigingen: kletskoppen (meerv.) Verbuigingen: kletskopje (verkleinwoord) 1) ''(Noord-Nederlands)'' een zeer hoofd door een besmettelijke schimmelinfectie van de huid 2) ''(Zuid-Nederlands)'' een kaal hoofd 3) hard, dun en knapperig koekje dat ho...
1) Amandelkoekje 2) Babbel 3) Babbelaar 4) Babbelaarster 5) Babbelkous 6) Bros koekje 7) Dun en hard koekje 8) Dun hard gebakken koekje met amandel 9) Fabulant 10) Favus 11) Flapuit 12) Hard suikerkoekje 13) Hoofdzeer 14) Iemand die steeds praat 15) Kaalkop 16) Kalkklieren 17) Kanenkop 18) Klep 19) Kletskous 
koekje (toon de herkomst via de etymologiebank)
kaal hoofd - Voorbeeld: ‘Ik heb een kletskop, denkt hij, maar hij heeft lange, lokkige haren’ (Tolstoï 60)
koekje