I de kloek zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ kluk ] Verbuigingen: kloeken (meerv.) kip met kuikens II kloek bijv.naamw. Uitspraak: [ kluk ] (van een voorwerp, meestal een boek) groter dan gemiddeld Voorbeeld: 'een biografie in twee kloeke delen' Synoniemen: dapper energiek fors heldhaftig hen heroïsch moedig onverschrokken stout stou...
1) Braaf 2) Broedende kip 3) Broedhen 4) Broedse hen 5) Dapper 6) Energiek 7) Fel 8) Ferm 9) Fier 10) Fiks 11) Flink 12) Flink van postuur 13) Fors 14) Geducht 15) Geestkracht tonend 16) Gezond 17) Groot 18) Groot en flink 19) Groot van lichaamsbouw 20) Heldhaftig 21) Hen 22) Heroïsch 23) Hooghartig 1) Dapper 2) Energiek 3) Ferm 4) Fier 5) Fiks 6) Flink 7) Groot 8) Heldhaftig 9) Hen 10) Heroïsch 11) Kip 12) Klok 13) Klokhen 14) Klokken 15) Koen 16) Kordaat 17) Kranig 18) Kwiek 19) Manhaftig 20) Manmoedig 21) Mannelijk 22) Moedig 23) Onversaagd 24) Onverschrokken 25) Onvervaard 26) Schrander 27) Sterk 
flink (toon de herkomst via de etymologiebank)
kip met kuiken vb: de kloek had alle kuikens om zich heen
1) hen die kuikens heeft of broeds is, bijvoorbeeld een kip, fazant, pauw of parelhoen; broedse hen; klokhen 2) groot en stevig in lichaamsbouw; flink gebouwd; krachtig gebouwd 3) flink; vastberaden; moedig
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), pond.
hoendervogel - Jaar van herkomst: 1886 (WNT kloek III )
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) dapper, moedig.