klutsen werkw. Afbreekpatroon: klut·sen Verbuigingen: klutste Vervoegingen: geklutst (volt.deelw.) 1) door elkaar slaand mengen Voorbeeld: 'Mijn vader klutste vaak een eitje.' 2) enz. 3) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het klutsen in de tweede betekenis erin.' . Synoniemen: kloppen 4... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/klutsen
1.slaan, kloppen Voorbeeld: ‘Eiers in de pan klutsen’ 2.schommelen, schokken, klotsen Voorbeeld: ‘'t Karretje naderde altijd voort, door de schaduwbalken en zonneschijn tussen de bomen, op en neder klutsend’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php
Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 noemt men het met eenen houten lepel vloeiender en rekbaarder maken van den steek.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742