de koeler zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: koe·ler Verbuigingen: koelers (meerv.) Verbuigingen: koelertje (verkleinwoord) 1) een goed geisoleerde tas of bak waarin voorwerpen met ijs koel gehouden kunnen worden Voorbeeld: 'Vergeet niet de koeler mee te nemen, als we naar het strand gaan.' 2) twee concentrische cilinde...
1) Frishouder 2) IJsbox 3) IJsemmer 4) IJsemmertje 5) Koelapparaat 6) Koelbak 7) Koelbox 8) Koeling 9) Koelinstallatie 10) Koude bewaarplaats 11) Laboratoriumglaswerk 12) Radiateur 13) Radiator 1) Koelbak 2) Koelbox 3) Koelkast 4) Radiateur 5) Radiator 6) IJsbox 7) IJsemmer 8) IJsemmertje 
Een moter met een schoepenrad waarmee lucht wordt verplaatst, meestal om warme lucht af te voeren. Computers hebben ventilatoren nodig om warme onderdelen te koelen Is een synoniem van Fan Zie ook: Heatpipe
•een goed geisoleerde tas of bak waarin voorwerpen met ijs koel gehouden kunnen worden.
naam van diverse apparaten waarmee gas of vloeistoffen gekoeld worden. Zie bijv. gaskoeler en warmtewisselaar.