koppelen werkw. Uitspraak: [ ˈkɔpələ(n) ] Afbreekpatroon: kop·pe·len Vervoegingen: koppelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekoppeld (volt.deelw.) (personen of zaken) bij elkaar brengen of met elkaar verbinden Voorbeelden: 'twee computerprogramma's koppelen' , 'konijnen zo koppelen dat ze zich samen in een hok goed voelen' Sy... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/koppelen
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Koppelen``] 1o. Het K. der pontons of van dergelijke vaartuigen, geschiedt om daaruit brugvakken, gierbruggen of drijvende batterijen daar te stellen, indien een enkel der voorhanden vaartuigen tot dit doel niet toereikende is. 2o. Twee aaneengekoppelde pontons zijn zeer geschikt t... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0012.htm
twee of meer vaartuigen onwrikbaar met elkaar verbinden, opdat ze zich tijdens het varen als één groot vaartuig zullen gedragen. GEKOPPELD VAREN: met twee schepen, die langszij van elkaar vastgemaakt zijn varen, soms ook samen stevelen. GEKOPPELD SLEPEN: met twee schepen, die langszij van elkaar vastgemaakt zijn en waarvan één schip niet o... Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=kop#koppelen