op de tanden knarsen, de kaken op elkaar klemmen (VD) - Voorbeeld: ‘Ze liep over de vloer al kraaktanden om het niet uit te laten, want ze droeg er alleen al het leed van en verkropte 't om Anneke niet te doen wenen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php