de kraal zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ kral ] Verbuigingen: kralen (meerv.) mooi stukje materiaal met een gat erin Voorbeeld: 'glazen kralen rijgen om een ketting te maken' Intensiveringen Hoe kun je met kraal een ander begrip versterken? rood als een kraal ; 11 definities...
1) Afgepaalde of afgeperkte ruimte voor vee 2) Afgeperkte ruimte van vee 3) Afgeperkte ruimte voor vee 4) Afrikaans dorp 5) Afrikaans negerdorp 6) Afrikaanse hut 7) Bloemkool 8) Bolletje 9) Bolrond voorwerp 10) Deel van een caleidoscoop 11) Deel van een halsketting 12) Deel van een ketting 13) Deel van een kralenketting 1) Git 2) Kafferdorp 3) Parel 4) Veestalling 
Let op: Spelling van 1858 aan de Kaap de Goede Hoop, een aantal Hottentotsche huisgezinnen, die met elkander een district bewonen; een dorp der Hottentotten
omsloten ruimte voor vee (toon de herkomst via de etymologiebank)
bolletje met gat in het midden vb: zij rijgt een ketting van kralen
Buitenkant van een zinken goot.
Buitenkant van een zinken goot.
[I] element van sierketting [II] omsloten ruimte voor vee
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] dorp of gehucht der Hottentotten, verzameling van hutten in cirkelvorm; aldus genaamd door de eerste Hollandse kolonisten; van kraal, een koraalrif.
element van sierketting - Jaar van herkomst: 1480 (MNW )
1> doorboord bolletje; een klootje of kloot. 2> halfronde ribbel langs planken van de binnenbetimmering of het settelboord.
Afgerond uiteinde van de zinken daklijst boven een goot of overstek
versiering in de architectuur bestaande uit een kwart, een half of een driekwart rond profiel. Het wordt vooral toegepast bij (kroon)lijsten, portalen en vensters. genoemd.