de krans zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ krɑns ] Verbuigingen: kransen (meerv.) ring van gevlochten bladeren en bloemen Voorbeeld: 'een krans leggen bij een graf' Synoniemen: kralenkrans kransje kroon ring Spreekwoorden en zegswijzen • goede wijn behoeft geen krans (=iets wat goed is hoeft niet geprezen worden... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/krans
1> stalen band rond de mast, rustend op de hommer, voorzien van ogen voor de bevestiging van stagen. Ook stagkrans, kransband, hommerband, puttingband of in het Vlaams hoed genoemd. Gerelateerde termen: mastband, muilband. 2> verdikking van de mast waar de stagen op rusten. Zie hommer. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=kop#krans