krap bijv.naamw. Uitspraak: [ krɑp ] als er te weinig ruimte is, of als je van iets weinig hebt Voorbeelden: 'Ik ben dikker geworden en nu zit mijn rok me krap.' , 'Met z'n allen in dat kleine autootje wordt wel wat krap.' krap bij kas zitten (weinig geld hebben) Synoniemen: boekslot eng karig klein maar net met weinig ruimte nauw niet ov... Gevonden op https://woorden.org/woord/krap
metalen sluitinkje of werveltje . Onderandere toegepast om de koperen kaarborden van de palingruimen vast te zetten. Ook krup genoemd. Gerelateerde termen tussenkrap , hoekkrap . Peter Dorleijn , Van gaand en staand want, deel 5. Vollenhove, Uitg. Van Kampen & zn, 1982. ¦ Historische woordenboeken op gtb.ivdnt.org. Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=krap