krap bijv.naamw. Uitspraak: [ krɑp ] als er te weinig ruimte is, of als je van iets weinig hebt Voorbeelden: 'Ik ben dikker geworden en nu zit mijn rok me krap.' , 'Met z'n allen in dat kleine autootje wordt wel wat krap.' krap bij kas zitten (weinig geld hebben) Synoniemen: boekslot eng karig klein maar net met weinig ruimte nauw niet ove... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/krap