de kruidenier zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ krœydəˈnir ] Afbreekpatroon: krui·de·nier Verbuigingen: kruideniers (meerv.) winkelier in levensmiddelen, of de winkel Synoniemen: grutter kaarsenhandelaar kaarsenmaker 5 definities...
1) Beroep 2) Commercieel beroep 3) Detailhandelaar 4) Grutter 5) Handelaar 6) Kaarsenhandelaar 7) Kaarsenmaker 8) Kleinhandelaar 9) Kleinhandelaar in levensmiddelen 10) Krentenweger 11) Leverancier 12) Middenstander 13) Verkoper van grutterswaren 14) Winkelier 15) Winkeltype 1) Grutter 2) Krentenweger 3) Winkelier 
handelaar in kruiderijen en vervolgens ook in grutterswaren (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die voor zijn beroep een winkel uitbaat waar kruidenierswaren zoals suiker, koffie, rijst, zeep, tandpasta, sigaretten, kruiden en specerijen, worden verkocht; uitbater van een kruidenierswinkel
•winkelier in levensmiddelen. •winkel met levensmiddelen.
handelaar in kruiderijen en vervolgens ook in grutterswaren
handelaar in kruiderijen en vervolgens ook in grutterswaren