de kus zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kʏs ] Verbuigingen: kussen (meerv.) aanraking met je lippen op iemands wang of mond Voorbeelden: 'je geliefde een innige kus geven' , 'bij een kind een kusje geven op een zere plek' Synoniem: zoen Synoniemen: klapzoen zoen 
1) Betuiging van liefde 2) Uiting van genegenheid 3) Uiting van liefde 4) Uitleg van genegenheid 5) Klapzoen 6) Smakkerd 7) Liefkozing 8) Bijbelse jongensnaam 9) Toet 10) Bewijs van liefde 11) Teken van blijdschap 12) Betuiging van genegenheid 13) Bijbelse naam 14) Pakkerd 15) Vriendelijke handeling 
aanraking met de lippen, in het bijzonder van iemands mond of wang, bij wijze van groet of felicitatie, als teken van liefde of ter verzoening; zoen gebaar om duidelijk te maken dat je iemand een kus wilt geven; kus op de eigen hand die in de richting van een ander geblazen wordt; kushandje
(Cush) Zoon van Cham; ook een regio ten zuiden van Egypte.(Cush) Zoon van Cham; vader van Nimrod.
uiting van genegenheid, zoen (toon de herkomst via de etymologiebank)
aanraking met de lippen als groet of teken van liefde vb: hij gaf haar een kus op haar wang Synoniem: zoen
•het de lippen ergens tegenaandrukken om affectie uit te drukken.
zoen