het kwartaal zelfst.naamw. Uitspraak: [ kwɑrˈtal ] Afbreekpatroon: kwar·taal Verbuigingen: kwartalen (meerv.) periode van drie maanden Voorbeeld: 'het eerste kwartaal van een jaar' 
1) Tijdseenheid 2) Deel van het jaar 3) Periode van tijd 4) Periode van drie maanden 5) Periode 6) Tijdvak van drie maanden 7) Tijdvak 8) Tijdsruimte 9) Tijdsgewricht 10) Eenheid van tijd 11) Termijn 12) Tijdruimte 13) Tijdmaat 14) Onderdeel van de tijd 15) Tijdaanduiding 16) Tijd 17) Vierde deel van het jaar 
elk van de vier opeenvolgende periodes van drie maanden waarin een kalenderjaar kan worden verdeeld; kwart van een kalenderjaar kwart van een jaar in boekhoudkundig, fiscaal of bedrijfsmatig opzicht kwart van een schooljaar of een studiejaar
drie maanden
drie maanden, een vierde deel van het jaar vb: betaalt u de krant per kwartaal?
Een 'kwartaal' of 'trimester' is een van de vier perioden van drie opeenvolgende maanden waarin het jaar wordt verdeeld. In de boekhouding gebruikt men 'kwartaal'.
•een kwart van een jaar.
periode van drie maanden