lachen en schateren, schaterlach - Voorbeeld: ‘Hij luisterde, maar kon geen woorden opvangen; die toon klonk hem zo wreed in de kop, het ketterde door 't hout: rillend lachschateren in wilde gekkernij dat hij er van opschrikte’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0015.php