de lantaarnpaal zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ lɑnˈtarnpal ] Afbreekpatroon: lan·taarn·paal Verbuigingen: lantaarnpalen (meerv.) paal op straat met een lamp bovenin Spreekwoorden en zegswijzen • lopen alsof men een lantaarnpaal heeft ingeslikt (=erg stijf, houterig lopen) Naar de spreekwoorden Gevonden op https://woorden.org/woord/lantaarnpaal