de lapsus zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: lapsus lapsussen het laten vallen van een steek, bijvoorbeeld doordat men iets vergeten heeft. Spreekwoorden en zegswijzen • lapsus memoriae (=aan het geheugen ontsnapt) • lapsus calami (=schrijffout) Naar de spreekwoorden 
1) Fout 2) Verspreking 3) Vergissing 4) Misstap 5) Misslag 6) Erratum 7) Schrijffout 8) Abuis 
oordeel, inzicht dat onjuist is maar dat men zelf voor juist houdt; fout; dwaling; misvatting; onjuistheid; vergissing de handeling of het resultaat van het zich vergissen bij het spreken; vergissing bij het spreken; verspreking
vergissing
fout, vergissing (toon de herkomst via de etymologiebank)
•het laten vallen van een steek, bijvoorbeeld doordat men iets vergeten heeft.
Handeling waarbij het beoogde doel niet wordt bereikt, doordat het onbewuste storend tussenbeide komt. Bijvoorbeeld een vermoeide verslaggever die er genoeg van heeft, zegt in plaats van Catshuis Cotshuis. Juist bij dingen die gewoonlijk soepel verlopen, is een plotselinge lapsus een aanwijzing voor een onbewuste stoorzender. Vanuit de stoorzender ...
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] gevallen