leefbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ 'lefbar ] Afbreekpatroon: leef·baar aangenaam voor mensen om te zijn, of mee te maken Voorbeelden: 'Haar leven was nog enigszins leefbaar dankzij de pijnstillers.' , 'de oude binnenstad weer leefbaar maken' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/leefbaar