leeglopen, lediggaan - Voorbeeld: ‘Tieste kijkt rond, luistert, geniet van alles maar bijzonder van zijn eenzaamheid - doch blijft ondertussen niet leeggangen - hij heeft van alles te doen’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0015.php