de legging zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'lɛgɪŋ ] Afbreekpatroon: leg·ging Verbuigingen: leggings (meerv.) heel strakke damesbroek van strech-stof 5 definities
1) Beenkap 2) Fluisterbroek 1) Broek 2) Broek die strak om het lichaam zit 3) Dunne stretchbroek 4) Elastische broek 5) Elastische, nauw aansluitend damesbroek 6) Fluisterbroek 7) Kledingstuk 8) Sportbroek 9) Sportkleding 10) Strakke damesbroek 11) Stretchbroek 12) Trainingsbroek 13) Voetloze maillot 14) Zeer strakke damesbroek zonder voeten 
Strakke glimmende maillot vaak met print. Groot in de jaren tachtig, de jaren daarna verguisd. Nu weer aan een comeback bezig.
Zeer nauwaansluitende broek zonder sluiting
1) elastische, strakzittende broek, die meestal door vrouwen wordt gedragen en lijkt op een maillot, maar van dikkere stof is gemaakt en meestal geen voeten heeft 2) het leggen of neerleggen van iets, bijvoorbeeld van stenen of speelkaarten
dunne stretchbroek
Nauwsluitende bovenkleding met twee pijpen ter bedekking van het onderlijf van elastisch, gebreid materiaal. Soms met een band die bij de wreef onder de voet of schoen doorgaat; in die vorm vaak gedragen tijdens het skiën