leiden werkw. Uitspraak: [ ˈlɛidə(n) ] Afbreekpatroon: lei·den Vervoegingen: leidde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geleid (volt.deelw.) 1) in een bepaalde richting gaan of brengen Voorbeelden: 'De weg leidt naar Amsterdam.' , 'Een tip leidde de politie naar de verblijfplaats van de ontvoerde meisjes.' 2) de ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/leiden
1) Aanvoerdersplaats 2) Aanvoeren 3) Beheren 4) Bestieren 5) Besturen 6) Commanderen 7) De weg wijzen 8) Dirigeren 9) Doen gaan 10) Geboorteplaats van Rembrandt van Rijn 11) Gezag uitoefenen 12) Gemeente in Zuid-Holland 13) Gemeente in Nederland 14) Het bevel voeren 15) In een richting doen gaan 16) Kaasgemeente in Zuid-Holland Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Leiden/1
Het aansturen, inspireren en motiveren van medewerkers, zodat zij optimaal kunnen (blijven) bijdragen aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11557