slaapzucht (lethargie)
de lethargie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ letɑr'xi ] Afbreekpatroon: le·thar·gie toestand waarin je passief en onverschillig bent Synoniemen: apathie daadloosheid inertie willoosheid 
1) Winterslaap 2) Gevoelloosheid 3) Ongevoeligheid 4) Willoosheid 5) Ongeïnteresseerdheid 6) Apathie 7) Onverschilligheid 8) Doffe onverschilligheid 9) Ziekelijke slaapzucht 10) Bedwelming 11) Slaapzucht 12) Narcose 13) Totale onverschilligheid 14) Slaaptoestand 15) Slaperigheid 16) Vergetelheid 17) Verdoving 
geestelijke ongevoeligheid
Let op: Spelling van 1858 de slaapzucht; zorgeloosheid, ongevoeligheid. Lethargisch, slaapzuchtig; zorgeloos, gevoelloos
vergetelheid, diepe gevoelloze slaap
slaapzucht, langdurige bewusteloosheid
Engels:Lethargy ziekelijke slaaptoestand, sloomheid
ziekelijke slaaptoestand
doffe onverschilligheid (toon de herkomst via de etymologiebank)
Lusteloosheid, apathie.
(of slaapzucht) Toestand van abnormale slaperigheid, gebrek aan energie of enorme onverschilligheid voor activiteit.
(de lethargie (v.)) · 1 toestand van geestelijke ongevoeligheid · 2 ziekelijke slaapzucht
'Lethargie' is ziekelijke slaapzucht, gepaard gaande met dufheid en mentale inertie.
•een toestand van geestelijke ongevoeligheid. • [medisch] een ziekelijke slaapzucht.
Toestand waarin je passief en onverschillig bent.