de Lierenaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Lie·re·naar Verbuigingen: Lierenaars (meerv.) Verbuigingen: Lierenaartje (verkleinwoord) inwoner van Lier, stad in België Voorbeeld: 'Felix Timmermans is een bekende Lierenaar.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Lierenaar
1) iemand die afkomstig is uit Lier in België; inwoner van Lier 2) iemand die afkomstig is uit De Lier in Nederland; inwoner van De Lier Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/Lierenaar
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] in België, een zeer goedkoop mesje; immers het bestaat uit een lemmet, dat in een gespleten stuk hout is bevestigd. Het wordt vooral te Lier en omstreken, maar ook te Aarschot vervaardigd. Vandaar de naam. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0016.php