1) Blinderen 2) De ogen sluiten 3) Dichtdoen 4) Dichtgaan 5) Scheepterm 6) Sluiten 7) Sluiten voor de ramen 8) Strengen samenslaan tot touw 1) Dichtdoen 2) Sluiten 3) Vlechten 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Luiken``] Vierkante openingen in de dekken, waarin trappen geplaatst zijn, die van het eene dek naar het andere voeren, om de gemeenschap tusschen de verschillende dekken en met het ruim daar te stellen. Zij kunnen door middel van valdeuren gesloten worden
sluiten (toon de herkomst via de etymologiebank)
sluiten, dicht doen.
sluiten, (over iets heen) trekken
sluiten
kardelen tot touw slaan.
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) (look, geloken) sluiten, dicht doen.