[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] mv. maalluyden (maallieden). Om dit te worden moest men op de Veluwe maal- of malenrecht winnen, d.i. den eed doen voor den boerschold (buurtschout) en de holtrichters, met toestemming van de malen (geërfden) of leden van de maal. In 1632 werd bepaald, dat niemand... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0017.php