de madam zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ma'dɑm ] Afbreekpatroon: ma·dam Verbuigingen: madammen, madams (meerv.) vrouw Voorbeelden: 'Zo'n wereldse madam naast een uitgesproken devote man als Boudewijn, dat ging natuurlijk niet.' , 'Voelt madam zich hier soms te goed voor?' , 'foto's van blote madammen' , 'kotmadam' Synoniemen: hoerenbazi... Gevonden op https://woorden.org/woord/madam