de makroon zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ma·kroon Verbuigingen: makronen (meerv.) Verbuigingen: makroontje (verkleinwoord) amandelkoekje, bitterkoekje, koekje bereid uit amandelspijs en eiwit, met naar plaats en tijd verschillende bereidingswijzen: rond 1900 in België en Zuid-Nederland vooral een heel klein meelkoekje op papier vastgebak... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/makroon