manipuleren werkw. Uitspraak: [ manipy'lerə(n) ] Afbreekpatroon: ma·ni·pu·le·ren Vervoegingen: manipuleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemanipuleerd (volt.deelw.) opzettelijk, maar voor anderen ongemerkt, beïnvloeden Voorbeeld: 'de jaarcijfers een beetje manipuleren, zodat het verlies lager lijkt' Synoniemen: handelen lev...
1) Behandelen 2) Bespelen 3) Beïnvloeden 4) Handelen 5) Hanteren 6) Leven 7) Opereren 8) Optreden 9) Procederen 10) Werken 1) Behandelen 2) Beïnvloeden 3) Bestrijken 4) Betasten 5) Bewerken 6) Een handeling verrichten 7) Handelen 8) Handelingen verrichten 9) Handig werken 10) Hanteren 11) Kunstgrepen toepassen 12) Opereren 13) Optreden 14) Procederen 
Kunstgrepen toepassen die de beurs in een bepaalde richting moeten beïnvloeden. ( > beleggen > handelsterminologie)
Manipuleren is het overtuigen en overhalen van een persoon, zodat deze persoon zich vormt naar de wensen van een ander. Bij manipulatie wordt niet direct gezegd wat er wordt gewenst. Bij manipulatie worden geen duidelijke argumenten gebruikt. Een ouder kan bijvoorbeeld tegen zijn kind zeggen dat hij rustig moet doen, omdat de ouder hoofdpijn heeft....
hanteren (toon de herkomst via de etymologiebank)
iets stiekem proberen te veranderen of te beïnvloeden vb: wij voelen ons door hem gemanipuleerd
hanteren
door kunstgrepen behandelen, beïnvloeden
kunstgrepen toepassen die de beurs in een bepaalde richting moeten beïnvloeden.
Het naar zijn hand zetten; het op de goede plaats zetten van goederen
verbintenissenrecht: op slinkse wijze be﮶loeden, hetgeen tot een wilsgebrek kan leiden. Bijv. hij krijgt altijd wat hij ...
gebruik van handen