marktplaats zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: markt·plaats Verbuigingen: marktplaatsen (meerv.) Verbuigingen: marktplaatsje (verkleinwoord) 1) de locatie waar kopers en verkopers samenkomen in een stad Voorbeelden: 'Den-Haag heeft een van de grootste marktplaatsen van Nederland.' , '(...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee.....
1) Bazaar 2) Pasar 3) Verkoopplaats 4) Verkoopplek 1) Bazar 2) Kraam 3) Marktplein 4) Pasar 5) Pera 6) Plein 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Vlek of marktplaats``] Open plaats, die wat haar aanzien betreft tusschen eene stad en een dorp gelegen is
Een marktplaats is een plek waar vraag en aanbod bij elkaar komen. Van oudsher gaat het om een fysieke plaats in een dorp of stad waar marktkooplieden hun waren uitstallen en verkopen aan het publiek, ook wel een marktplein of kortweg markt genoemd. De nieuwe, bredere betekenis is ontstaan door metaforisch gebruik. Sinds jaar en dag bestaan marktp...