marlijn zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: mar·lijn Verbuigingen: marlijnen (meerv.) 1) is een straalvinnige vis uit de familie van zeilvissen en behoort derhalve tot de orde van baarsachtigen 2) bindtouw, scheepstouw, geteerd sterk touw . 4 definities...
1) Baarsachtige 2) Deel van een schip 3) Geteerd sterk touw 4) Kleine zwaardvis 5) Kleine zwaardwalvis 6) Makreelachtige 7) Nederlandse voornaam 8) Nederlandse meisjesnaam 9) Scheepstouw 10) Sterk driedraads touw 11) Sterk touw 12) Straalvinnige vis uit de familie van zeilvissen 13) Vis 14) Vissoort 1) Zwaardvis 
Marlijn is een Nederlandse meisjesnaam. Het betekent `Heuvel, duin bij de zee of naam die is samengesteld uit Mary (bitter, bedroefd, zee) en het vaak gebruikte achtervoegsel -lyn`.
dun touw (toon de herkomst via de etymologiebank)
in zout water levende, tot meer dan vier meter lange roofvis met een speervormige snuit en een rugvin zoals een haai
dun touw
1> 2 of 3 strengs geteerd hennep touw met een diameter van ca. 2,5 mm. Wordt vooral gebruikt bij het bekleden van staaldraad splitsen. Ook marllijn, huizing en marling genoemd. 2> lijn waarmee marlsteken gelegd zijn. Ondermeer door Mr Jhr. J. van Lennep gezien als een algemene benaming voor lijn waarmee iets vastgezet, gemeerd wordt. Daarom ...