de marodeur zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: marodeurs 1) soldaat die los van het leger aan het plunderen is geslagen Voorbeelden: , 2) iemand die rondtrekt en door roof in zijn levensonderhoud voorziet Gevonden op https://www.woorden.org/woord/marodeur
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] natrekker, plunderaar, landloper die heimelijk op roof en plundering uitgaat; soldaten kunnen, op deze wijze, niet achterblijven, kunnen zij werkelijk niet verder, dan worden zij in de ziekenwagens opgenomen. Voorwendsels dienaangaande worden door de discipline tegengegaan. Marodeurs z... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0017.php