weggelopen slaaf De marron wilde nooit meer terug naar het werk op de plantage.
de marron zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ mɑ'rɔ̃ ] Afbreekpatroon: ma·rrón Verbuigingen: marrons (meerv.) afstammeling van gevluchte plantageslaven in Suriname Synoniem: bosneger 
1) Bosneger in Suriname 2) Weggelopen negerslaaf in Suriname 3) Kastanjebruin 4) Boscreool 5) Kleur 6) Surinaamse bosneger 7) Inboorling van Suriname 8) Tamme kastanje 
Afrikaanse slaaf in Suriname die van de plantages vluchtte naar het oerwoud In historiserende context. in bredere zin en in navolging van o.a. het Engels ook in toepassing op weggelopen slaven in het Caraïbisch gebied, Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Noord-Amerika creool die afstamt van gevluchte negerslaven in de oerwouden van Suriname; boslandcr...
kastanjebruin - Jaar van herkomst: 1929 (KWT )
bosneger in Suriname
Tamme kastanje
kleur (toon de herkomst via de etymologiebank)
De Surinaamse Marrons, ook wel bekend als Boslandcreolen of Bosnegers, zijn afstammelingen van Afrikaanse slaven die tijdens de koloniale periode in Suriname werden gebracht om op plantages te werken. In de 17e en 18e eeuw ontsnapten veel van deze slaven naar het oerwoud, waar ze een nieuw leven begonnen als vrije gemeenschappen.
ontvluchte slaaf, bosneger