matsen werkw. Uitspraak: [ 'mɑtsə(n) ] Afbreekpatroon: mat·sen Vervoegingen: matste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gematst (volt.deelw.) (iemand) bevoordelen Voorbeeld: 'De agent heeft me gematst door me alleen een waarschuwing en geen bon te geven.' Synoniemen: bevoordelen gunstig behandelen 6 definities...
1) Bedriegen 2) Begunstigen 3) Bevoordelen 4) Fiksen 5) Helpen 6) Klaarspelen 7) Knutselen 8) Maken 9) Mitsen 10) Voortrekken 1) Bevoordelen 2) Een gunst verlenen 3) Een gunst verlenen . 4) Een gunts verlenen 5) Een voordeeltje bezorgen 6) Een voordeeltje gunnen 7) Gunst verlenen 8) Gunstig behandelen 9) Handig voor elkaar brengen 10) Klaarspelen 11) Klappen geven 12) Knoeien 13) Met een knots slaan 14) Met gunst verlenen 
iem. een voordeeltje gunnen (toon de herkomst via de etymologiebank)
(Amsterdams) regelen, ik maak het goed met je, je krijgt het goedkoper
•zichzelf of een ander helpen door het niet zo nauw te nemen met de regeltjes. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
klappen geven
iem. een voordeeltje gunnen
Amsterdams woord voor ik zal mijn best voor je doen