het meisje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'mɛiʃə ] Afbreekpatroon: meis·je Verbuigingen: meisjes (meerv.) vrouw die nog een kind is Voorbeeld: 'een gezin met alleen maar meisjes' Antoniem: jongen Synoniemen: deern dienstmeisje dochter griet jongedame liefje meid mokkel moppie vamp verloofde jongen (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen &bul...
1) Aanstaande 2) Bakvis 3) Blom 4) Chick 5) Daghit 6) Deern 7) Deerne 8) Dille 9) Dochter 10) Geliefde 11) Griet 12) Grietje 13) Jongedame 14) Jongejuffrouw 15) Jongemeid 16) Juffrouw 17) Kalle 18) Kippetje 19) Liefje 20) Maagd 21) Maagdelijn 22) Meid 23) Meiske 24) Mien 25) Mokkel 26) Moppie 27) Niese 1) Bakvis 2) Deern 3) Deerne 4) Dienstmeisje 5) Dochter 6) Griet 7) Iemand die van vrouwelijke sekse is 8) Iemand van de vrouwelijke sekse 9) Jong mens (vrouwelijk) 10) Jong persoon 11) Jong vrouwspersoon 12) Jonge ongehuwde vrouw 13) Jonge vrouw 14) Jongedame 15) Jongemeid 16) Kind 17) Kind van het vrouwelijk geslacht 
vrouwelijk kind (toon de herkomst via de etymologiebank)
kind van het vrouwelijk geslacht vb: zij hebben twee meisjes en twee jongens Synoniemen: meid griet Tegenstellingen: jongen boy knul knaap
•een jonge vrouw. •een vrouwelijk kind. • [informeel] een vriendin. •een dienstmeisje.
vrouwelijk kind
vrouwelijk kind
Te gebruiken voor vrouwelijke personen in de periode tussen geboorte tot en met adolescentie